Bij ochtendstond (we nemen dit ruim, die stond) glip ik uit ons cabaneken, pyama snel aangestoken, binnenstebuiten dus, en met een ragebol op mijn kop,
en doe ik een klein toerken. Zo voor de wereld wakker wordt. Wanneer het licht, helderder en breekbaarder dan een luchtbelletje, met het lentegroen speelt.
Ik adem belachelijk diep in, en slapende longblaasjes vullen zich met het verse levenslicht van de lente. "Kraakvers", dat moet in een ochtend als deze uitgevonden zijn. Een kraakverse dag ligt voor mijn voeten, licht mijn voeten op.
Wanneer de zon klimt werpen zijn vroege stralen een zilveren kleed over de velden. Als je goed luistert hoor je misschien wel kristallen belletjes klinken.
En zelfs naar binnen kruipt het licht
Soms heeft het Ochtendlicht geen energie te delen, maar dan zet de aarde haar poriën open. Fluisterstille nevels vullen dan de vallei.
Oh, kon het maar eeuwig ochtend zijn. Of meteen doorgaan naar Avondval. Die drukke, felle middag hoeft er niet tussen te plakken...
2 opmerkingen:
en ondertussen moet ge dringend een plasje doen ;-))
daar werde ook wel wakker van hé!
Een reactie posten