Wonderschoon Venijn...


(goeiemorgen!)

... die laatste dagen. Je wordt wakker in een berijpte wereld met een vurige zonsopgang. Niet te hard kijken, of uw oogbollen bevriezen. En vergeet vooral niet het ijs nog maar eens weg te kappen van de drinkbakken
... ons Geus die pertinent weigert naar haar eetbak te wankelen. Gelieve het voor haar neus te komen deponneren. Warm alst enigzins kan.


... die duimdikke paarsbestoven braamtakken. Die deze winter precies Doornroosje beleefd hebben. Met die waanzinnig mooie doornen die bevroren blinken in de ochtendzon. Niet te luid jubelen, ge moet er eerst overklauteren alvorens de kippen te kunnen voederen. Liefst met een overvolle emmer water.
... die biggen. Ze ketsen hier als bolleketjes door den hof. Fretten uw boerinnekes laatste prei op. Zijn dol op bloembollen en op de schijtebenauwde kat.


... die buurvrouw. Of beter; haar drie kleine dochtertjes. Of nóg beter; hetgeen ze mee hadden.
... die 4-dagen-oude-konijntjes. "gered" van de kou door de buurvrouw. Nu mag uw boerinneke alles uit haar hoed toveren om niet voor het Einde der Tijden als "die konijnenmoordenaar" door het leven te moeten gaan.
... die oogjes van de buurmeisjes toen ze vroegen "mogen we dan af en toe eens komen kijken", nét voor ik wou zeggen dat ik aan zo een hopeloze taak niet begin.


(verscholen in het stro; lekker warm)

... die zonsondergangen. En dan dat blauw. dàt Blauw. Waarin de bomen, nog niet in bloem of blad, messcherp getekend staan.

Geen opmerkingen: