(een klein beeldverhaal)
Het begon allemaal in Lang Vervlogen Tijden, toen de Zunne nog placht te schijnen en de Muggen plachten te steken.
Den Boer ging het bosj in en zei tegen den Boam: Gij, gij zult vallen, en rijzen zult gij in mijn Huus.
Er kwam een Dame Zonder Vreesj naar ons, en zij pakte de koe bij de hoorns en de stam tussen haar benen.
Enkele dagen later liet ze 2 blanke stammen, proper geschuurd, achter.
Den Boer ging het bosj in en zei tegen den Boam: Gij, gij zult vallen, en rijzen zult gij in mijn Huus.
Er kwam een Dame Zonder Vreesj naar ons, en zij pakte de koe bij de hoorns en de stam tussen haar benen.
Enkele dagen later liet ze 2 blanke stammen, proper geschuurd, achter.
Toen kwam er een elfje langs, die onze hulpkreet had gehoord
Zijn kleine kindervingertjes en fijn schuurpapier deden de rest en kijk, het werd zowaar een pareltje.
Het Schorremorie liet hun spieren rollen
En zo staat er nu een zalige boom in ons huus.
Het Schorremorie liet hun spieren rollen
En zo staat er nu een zalige boom in ons huus.
(het moet gezegd, het elfje had soms iets van een Schele Muis)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten