26 december 2007. Een vrij koude winterdag in Zomergem. De bel gaat. Daar staat hij dan. De Man Die Het Zal Doen. Klein, oud, bol, sigaretje in de mondhoeken, botten aan en salopette vastgegespt. Onze slager lijkt weggelopen uit een tekenfilmpje. Zijn klein rood camionettje blijkt een bolwerk te zijn van messen, touwen, branders, schrapers en nog meer slagerstroep.
Het was zover.
Helemaal als voorzien hadden onze varkens namelijk het gezegend gewicht van 120 behaald in december. We waren er wonderbaarlijk genoeg in geslaagd twee kleine biggen in 8 maand groot te brengen. Op een nogal onorthodoxe methode, met ons gezond verstand, geluk en veel liefde.
Het was een hele rustige slacht. Geen haast, weinig bloed, geen geschreeuw, geen getrek en gesleur. Lambiek was dood voordat ze het besefte, de slager was geweldig tof en vakkundig en het was geweldig te zien hoe goed het vlees eruitzag en hoe proper al de ingewanden waren.
Wat geweldig tof is aan een varken, zowat alles is eetbaar. Met alle gevolgen; van een varken van 120 kilo komt zowaar 95 kilo puur en bruikbaar vlees. Van de “vette derms” tot het krulstaartje. En dat is veel vlees. Gigantisch veel vlees. Dat is ongeveer 77 koteletten, 180 worsten, 5 kilo paté, 5 kilo kopvlees, 7 kilo gebraadjes, 10 kilo gehakt....Nooit geweten dat een varken zoveel vlees is... Een wandelende en ploegende voorraadschuur feitelijk...
Dit jaar wordt er nog niet verkocht. Maar wél geproefd. En gekeurd. En bemonsterd. Ergens in mei, wanneer de eerste biggetjes er zijn, zijn jullie allen van harte welkom om de varkentjes te komen bezien, te proeven van onze ideeën en vooral van het vlees!